Boek over Steenfabriek Malburgen

Geert Braam vanaf zijn werkplek waar hij regelmatig druk in de weer is met zijn website over de steenfabriek Malburgen. (foto: Marnix ten Brinke (Foto: )

 

Geert Braam heeft jaren lang gewerkt bij de steenfabriek van Malburgen. Daarnaast heeft hij ook, samen met zijn ouders, vele jaren op het terrein zelf gewoond, in één van de drie huizen die er destijds stonden. Ondanks het feit dat hij door het werk een versleten rug heeft overhouden is hij nog steeds met veel passie bezig met deze fabriek die er al vele jaren niet meer is.

door Marnix ten Brinke

Arnhem – “Ik ben bezig met een boek over de Steenfabriek Malburgen”, vertelt hij. “Ik heb er zo lang gewerkt en gewoond, dat ik er veel persoonlijke verhalen over kan vertellen. Maar ik vind het ook leuk om juist de verhalen van anderen te horen. Zij weten soms nog meer dan ik over de fabriek.”
Ongeveer een jaar geleden ontstond bij Geert het idee over zijn ervaringen, de ervaringen van anderen en een stukje geschiedenis over de Steenfabriek Malburgen te bundelen in een boek. “Het heeft een tijdje stilgelegen vanwege persoonlijke omstandigheden. Nu heb ik weer genoeg tijd en dus wil ik er graag mee verder.”
Geert Braam is in 1962 geboren en het volgende jaar verhuisde hij met zijn ouders naar het terrein van de steenfabriek. Een plek waar hij tot 1980 gewoond heeft. “Toen werd ons huis onbewoonbaar verklaard”, herinnert hij zich. “Ik vond het er heerlijk wonen, dus het was ontzettend jammer dat we er weg moesten.
Hij bleef er nog wel een tijdje langer werken, maar dat ging later niet meer. “Ik vond het werken daar heerlijk. Ik weet nog wel dat ik soms werd gevraagd of ik niet op de heftruck wilde rijden. Dat wilde ik natuurlijk wel, maar daarvoor moest ik wel spijbelen van school.”

Rugklachten

Op een gegeven moment kon Geert niet meer verder vanwege zijn rug. “Het was zwaar werk, maar in die tijd wist je niet beter. Je deed het gewoon. Nu zou dit soort werk helemaal niet meer door mensen gedaan mogen worden.” Ondanks zijn dagelijkse pijn koestert hij absoluut geen wrok naar die tijd en kijkt hij er juist met een plezierig gevoel op terug.

Afleiding

Het schrijven van het boek over de Steenfabriek Malburgen is voor hem de komende tijd een stukje afleiding. “Ik weet niet precies wanneer het boek klaar is. Dit jaar zeker niet. Ik heb er ook geen haast mee. Het is echt een stukje liefdeswerk.” Wel hoopt hij dat zoveel mogelijk mensen verhalen over en foto’s van de steenfabriek naar hem op willen sturen. Alles is welkom. Dit kan gestuurd worden naar geert.braam@steenfabriekmalburgen.nl.
Wie zelf geen verhalen of foto’s over de steenfabriek heeft, maar wel geïnteresseerd is in het verhaal van de fabriek kan eens een kijkje nemen op de website van Geert:

www.steenfabriekmalburgen.nl

 

Met dank aan Marnix ten Brinke en Arnhemse Koerier.

 

https://www.arnhemsekoerier.nl/nieuws/algemeen/499469/boek-over-steenfabriek-malburgen#

 

Steenfabriek Bato’s Erf

In 1920 gaat op Bato’ s Erf bij Smits en Sigmund maar liefst 2 miljoen ongebakken stenen verloren als gevolg van hoog water en de daarop volgende overstromingen.

Nog weer later vinden we de heren R. en L. Terwindt in de fabriek.

Hun kantoor hebben ze aan de Bijleveldsingel te Nijmegen.

Uit het document “Bewijs van Aandeel” blijkt, dat:

1. op 29 april 1929 werd opgericht de Naamloze Vennootschap Steenfabriek Bato’s Erf N.V.; en

2. op 1 april 1930 door diezelfde N.V. 100 aandelen van elk fl. 1.000,- werden uitgegeven om daarmee een Maatschappelijk Kapitaal van f 100.000,-. te verwerven.

In het verleden zijn vele verschillende aandelen uitgegeven.
Ook in de vorige eeuw werd deze weg steeds vaker gevonden als men geld nodig had om een onderneming te stichten.
De uitgifte van aandelen gaat gepaard met (industriële) bedrijvigheid.

Vele grootse historische ondernemingen zijn met de uitgifte van aandelen gefinancierd.
Maar ook kleinschalige ondernemingen werden gefinancierd met een aandelen uitgifte.

In Nederland zijn de meeste aandelen in Amsterdam uitgegeven. Amsterdam was en is het financiële centrum van Nederland.

Zo zijn daarom ook de akten tot oprichting van de Steenfabriek Bato’s Erf en tot uitgifte van aandelen verleden voor een notaris (E.T. Koopman) te Amsterdam

Aandelen zijn een waar tijdsdocument.

De eigenaar van Steenfabriek Bato’s Erf was in de jaren dertig de heer L. (Leo Johannes Matheus) Terwindt.
Geboren te Breukelen op 4 april 1892 en overleden op 4 augustus 1953 te Millingen.

Hij was tevens directeur van de N.V. Steenfabriek Klaverland te Millingen.

Zijn vader J.H.M. Terwindt (1858-1945) was oprichter van steenfabrieken Klaverland te Millingen, Elden en Malburg.
Hij was eigenaar van het grintbaggerbedrijf te Pannerden.Zijn opa M.B. Terwindt (1822-1900) was eigenaar van steen- en pannenfabriek De Potheeze.

 

12-10-1907: Man zittende op een kruiwagen (A. van Soest, Bato’s Erf) – getekend door Patricq Heleen Joan Kroon. Bron: Collectie Streekdrachten in Nederland, Nederlands Openluchtmuseum

 

In de laatste jaren van het bestaan van de steenfabriek was het grootste gedeelte van het productieproces automatisch.
De stookkosten werden echter zo hoog (FL. 150.000,- per jaar!) dat het zinloos was om de productie verder voort te zetten. Daarom werd de fabriek in 1982 gesloten.

De fabrieken met bijgebouwen werden verkocht aan Kees van de Koppel uit Heerewaarden die er een groot recyclingbedrijf vestigde.
In 1990 werd een deel van de oven weer ingebruik genomen en werden er weer stenen gebakken.

Een aantal jaren geleden zijn alle gebouwen gesloopt.
Wat nu rest is een verwilderd terrein dat wacht om terug gegeven te worden aan de natuur. (natuurproject Sint Andries).

Het drogen van de stenen gebeurde onder deze stellages

De arbeiders

De arbeiders kwamen voornamelijk uit Dreumel, Heerewaarden en Alphen. In de maanden april tot oktober werkten er zo’n 90 tot 100 man.

Allereerst had je de stokers, die acht uur per dag werkten en dan weer 16 uur rust hadden.
Ze verdienden zo’n FL. 25,- per week. Ze woonden, evenals de machinist , die de pers bediende, en de onderbaas in de huisjes bij de oven.

Als het regende werd de bel geluid en werden de arbeiders opgeroepen om de stenen die lagen te drogen, af te dekken met rietmatten.

Bij de beter betaalde baantjes hoorden ook die van inzetter (arbeiders die stenen in de oven brachten) en uitkruier (iemand die de stenen weer uit de oven haalde).

Dan had je nog de sorteerders, de handvormers en de stalknecht. De laatste had de zorg over zo’n 30 paarden die op de oven voor het transport zorgden.
Deze paarden hadden een prima leven en werden vaak na één seizoen weer vervangen. Het beste paard was uiteraard voor de bedrijfsleider, die het voor de dogkar spande.

In de wintermaanden was er weinig werk en moesten veel arbeiders thuisblijven.
Als er echter een schip geladen moest worden, waren ze er als de kippen bij om iets extra’s te verdienen.

 

De ingang van de oven.

Een kijkje boven op de ovens. Links de laatste bedrijfsleider, Dhr. van Bommel.

foto’s: De Ruijter BV

bron “Stichting Tremele” 

Translate »