Mijn leven op de steenfabriek malburgen

Mijn naam is Geert Braam,ik ben geboren in Gendt op 30-03-1962 Hendrik Braamstraat 13 of het toevallig is mijn achter naam in een straat dan moet het wel goed komen.

Ik ben in 1963 verhuisd van Gendt naar Arnhem daar heb ik 1 jaar gewoond,in 1963 zijn mijn ouders en ik gaan wonen op de bakenhofweg 26 het was het eerste huis links en dan de rechterkant,dit huis hoorde bij de steenfabriek.

Mijn vader had volgens mij werk toen bij de AKU zo heten het vroeger maar omdat hij met nette kleren ging werken,dat vond hij niks toen kreeg hij werk aangeboden op de steenfabriek, dat was de reden dat we zijn verhuisd.

Zover ik weet was er brand op de Bakenhofweg 26 en zijn we verhuisd naar Malburgeseveerweg .

Wij woonden in het grote huis midden op de steenfabriek tussen de 2 pijpen.

Het eerste huis als je van af de dijk kwam.

We hebben een tijdje in het achterste gedeelte van deze woning gewoond.

In het ander gedeelte woonde de fam.de Leeuw de woonde van plm. 1957-1966.

Met Edith de Leeuw heb ik nog gespeeld,ik weet daar weinig van ook van de fabriek weet ik niet veel toen ik klein was.

Wij zijn daarna verhuisd naar de ander kant van de woning mijn ouders mijn zus en ik.

Dat werd Malburgeseveerweg 10 een groot huis 4 slaapkamers boven een grote zolder, deze kon je bereiken via een deur die in een kast zat,de zolder was heel groot eng en er zaten heel veel muizen en ratten die je s`nachts hoorde lopen over de vloer op de zolder terwijl je sliep.

We hadden geen gas wel elektrische dus geen douche ,we moesten douchen in de kantine dit mocht gebeuren na werktijd omdat er werkmensen aanwezig waren dat was niet altijd leuk om daarop te wachten ,dus dat deden we vaak zaterdagmiddag of op de zondag.

We hadden petroleum voor de kachel,die stond in de kamer rest van het huis stonden elektrische kachels in de keuken en boven op de slaapkamers.

Het was er in de winter zo koud vooral op de slaapkamers dat er ijs op de binnen kant van de ramen zaten en sneeuw op de vensterbank.

Als we op zondag bv visite kreeg, en er lag sneeuw dan ging mijn vader met de heftruck en sneeuwschuiver de weg op om de weg vrij te maken,dat deed hij niet alleen op zondag maar ook de rest van de week hij had nooit vrij als het had gesneeuwd of er lag ijs op de weg.

Dat was het nadeel als je op de steenfabriek woont nooit vrij.

Toen ik groot genoeg was ben ik gaan werken ik mocht op de heftruck stenen verplaatsen,bakken leeggooien van alles waar je maar met de heftruck kon doen.

Ook op de tractor om se stenen naar de sorteerloods te brengen,of met een andere tractor zand brengen naar de menger, er was altijd wat te doen als ik maar op de tractor of heftruck zat.

Ik heb vaak gespijbeld van school om te gaan werken.

Ook moest ik stenen omzetten,op ’t gehoor (klank) en op ’t gevoel (gewicht, breken) en ’t gezicht (kleur, structuur van het breukvlak, scheuren etc.) per baksel een aantal soorten gesorteerd op hardheid en dichtheid van rood , via boerengrauw,hardgrauw

Ik had van die zelfgemaakte rubber handschoen aan,het waren stukken rubber iets groter als mijn hand daar waren inkepeningen in,daar gingen de vinger er door en zo werden je handen beschermt.

Ook na werktijd kon ik overal komen op de steenfabriek je ging overal naar binnen,gewoon om te kijken of je kattenkwaad kon uithalen.

Ook vond ik konijnen strikken die haalde ik weg omdat ik het zielig vond.

Of je ging wildzang (vogel) vangen met lijm nooit iets gevangen maar je had weer iets te doen.

Mijn vader die zat altijd op de heftruck die bracht de stenen naar de juiste plaats op het terrein.

Hij werkte van maandag tot en met vrijdag van 7:30 tot 16:30 en zaterdag van 7:30 tot 12:00.

Ik zie hem nog lopen met zijn klotje (Ronde platte pet)op werkkleding.

Eens in de zoveel tijd werden de bakovens gerenoveerd alles werd gesloopt dat duurde een aantal weken om het weer op te bouwen,als je dan boven op de oven liep en alles was open dan was het groot.

Ook werd de schoorsteen geïnspecteerd op losse stenen,onder een van de schoorstenen stond het huis van de Fam Korver.

We hadden toen geen vuilnisophaaldienst dus in het beging werd alles in de oven gedaan en dat werd verbrandt,later werd het in een groot gat gegooid.

Ook werd er van buitenaf spullen in het gat gegooid en dat was mooi dan ging je er in snuffelen en je vond er van alles.

Mijn moeder die maakte de kantine en kantoor schoon,we hadden in het begin geen telefoon dus als mijn moeder het kantoor schoonmaakte konden we bellen of gebeld worden.

Later kregen we zelf telefoon dat was makkelijker.

Ik zelf heb heel wat kattenkwaad uitgehaald wat achteraf stom was maar ja je was klein en je wist niet beter.

Ook ging ik vaak aardappels bakken we hadden een pan,we namen aardappels en boter mee van thuis en gingen op bepaalde plaatsen aardappels bakken heerlijk.

Vooral op zondag als er niemand aanwezig was,dan was het heerlijk om over de fabriek te lopen lekker rustig geen lawaai een genot om er te lopen.

We sprongen van de dak af op de zandhoop,als je nu mensen hoor praten van buitenaf die dat ook deden waren we niet de enigste.

Zo ben ik ooit van een meter of 4a 5 gevallen en een lichte hersenschudding op gelopen.

En ben ooit achter nagezeten door de buurmeisjes in de kantine voor de gein, en ben toen met de voeten achter een mat blijven haken en met alle bij de polsen door de ruit heen gegaan,dat bloede als een rund we zijn toen naar het ziekenhuis gegaan en hebben ze alle bij de polsen gehecht.

Daar zat je dan met alle bij de polsen in het verband in de draaimolen op de kermis in Huissen.

Er stonden ook 2 auto`s in een loods,een Opel Kaptein en een VW kever de Opel die reed niet meer maar de VW kever wel,als er niemand op de fabriek was ging ik een stukje rijden het ging redelijk af en toe een aanrijding tegen een tas stenen aan niemand die het merkte.
Op 1 maart 1979 was er een grote brand op de steenfabriek, wij zelf hadden toen niets in de gaten deze stoppenkast was van de drogerij die had sluiting gemaakt

De brandweer werd gebeld door iemand die aan de andere kant van de Rijn was bij de Billiton.

Ik ging heel vaak helpen boven op de verbrandingsoven samen met Piet Foget de stoker om de lijst in te vullen of het s`avonds was of in het weekend ik hielp hem altijd mee.

Er gebeurde van alles op de fabriek vooral als het donker was als je zag hoe vaak er auto`s op de fabriek reden en stenen mee namen,als ik alle stenen terug kon krijgen kon ik een huis bouwen .

Ook werd er ingebroken aan de ander kant van het huis,we hadden toen een stoker die was in die tijd bij de vrijwillig bij de politie toen nog ,ik weet niet of dat nu nog is maar die heeft toen een paar keer in de lucht geschoten.

Het gebeurde wel eens dat de kleistenen in de oven waren omgevallen (Onkels genoemd of dit zo heten weet ik niet)dat werden dan stenen die in elkaar zaten ,ik zat toen nog op de st. Margaretha school en dhr. Nillessen die wou ze hebben voor bij de vijver of langs het pad,dus ging ik ze verzamelen.

Ook gingen we vaak vissen,de Rijn was bijna de achtertuin je hoefde niet ver te lopen je kon gaan wanneer je wou heerlijk was dat lekker de vrijheid die mist ik nu nog.

Mijn ouders mijn zus en ik zijn verhuisd in 1980 we moesten dit omdat het huis onbewoonbaar werd verklaard we verhuisde naar de Visserslaan naar de bewoonde buurt.

Op de fabriek waren maar een paar huizen nu kwamen we in de bewoonde buurt dat was heel wennen.

Aantal jaren later is ons oude huis afgebrand.

Op de fabriek heb ik ook mijn huidige vrouw ontmoet,daar ben ik 29 jaar mee getrouwd.

En heb 2 kinderen zoon en dochter.

Ik woon niet ver van waar de steenfabriek heeft gestaan.

 

 

 

 

 

 

Translate »