In 1920 gaat op Bato’ s Erf bij Smits en Sigmund maar liefst 2 miljoen ongebakken stenen verloren als gevolg van hoog water en de daarop volgende overstromingen.
Nog weer later vinden we de heren R. en L. Terwindt in de fabriek.
Hun kantoor hebben ze aan de Bijleveldsingel te Nijmegen.
Uit het document “Bewijs van Aandeel” blijkt, dat:
1. op 29 april 1929 werd opgericht de Naamloze Vennootschap Steenfabriek Bato’s Erf N.V.; en
2. op 1 april 1930 door diezelfde N.V. 100 aandelen van elk fl. 1.000,- werden uitgegeven om daarmee een Maatschappelijk Kapitaal van f 100.000,-. te verwerven.
In het verleden zijn vele verschillende aandelen uitgegeven.
Ook in de vorige eeuw werd deze weg steeds vaker gevonden als men geld nodig had om een onderneming te stichten.
De uitgifte van aandelen gaat gepaard met (industriële) bedrijvigheid.
Vele grootse historische ondernemingen zijn met de uitgifte van aandelen gefinancierd.
Maar ook kleinschalige ondernemingen werden gefinancierd met een aandelen uitgifte.
In Nederland zijn de meeste aandelen in Amsterdam uitgegeven. Amsterdam was en is het financiële centrum van Nederland.
Zo zijn daarom ook de akten tot oprichting van de Steenfabriek Bato’s Erf en tot uitgifte van aandelen verleden voor een notaris (E.T. Koopman) te Amsterdam
Aandelen zijn een waar tijdsdocument.
De eigenaar van Steenfabriek Bato’s Erf was in de jaren dertig de heer L. (Leo Johannes Matheus) Terwindt.
Geboren te Breukelen op 4 april 1892 en overleden op 4 augustus 1953 te Millingen.
Hij was tevens directeur van de N.V. Steenfabriek Klaverland te Millingen.
Zijn vader J.H.M. Terwindt (1858-1945) was oprichter van steenfabrieken Klaverland te Millingen, Elden en Malburg.
Hij was eigenaar van het grintbaggerbedrijf te Pannerden.Zijn opa M.B. Terwindt (1822-1900) was eigenaar van steen- en pannenfabriek De Potheeze.
In de laatste jaren van het bestaan van de steenfabriek was het grootste gedeelte van het productieproces automatisch.
De stookkosten werden echter zo hoog (FL. 150.000,- per jaar!) dat het zinloos was om de productie verder voort te zetten. Daarom werd de fabriek in 1982 gesloten.
De fabrieken met bijgebouwen werden verkocht aan Kees van de Koppel uit Heerewaarden die er een groot recyclingbedrijf vestigde.
In 1990 werd een deel van de oven weer ingebruik genomen en werden er weer stenen gebakken.
Een aantal jaren geleden zijn alle gebouwen gesloopt.
Wat nu rest is een verwilderd terrein dat wacht om terug gegeven te worden aan de natuur. (natuurproject Sint Andries).
De arbeiders
De arbeiders kwamen voornamelijk uit Dreumel, Heerewaarden en Alphen. In de maanden april tot oktober werkten er zo’n 90 tot 100 man.
Allereerst had je de stokers, die acht uur per dag werkten en dan weer 16 uur rust hadden.
Ze verdienden zo’n FL. 25,- per week. Ze woonden, evenals de machinist , die de pers bediende, en de onderbaas in de huisjes bij de oven.
Als het regende werd de bel geluid en werden de arbeiders opgeroepen om de stenen die lagen te drogen, af te dekken met rietmatten.
Bij de beter betaalde baantjes hoorden ook die van inzetter (arbeiders die stenen in de oven brachten) en uitkruier (iemand die de stenen weer uit de oven haalde).
Dan had je nog de sorteerders, de handvormers en de stalknecht. De laatste had de zorg over zo’n 30 paarden die op de oven voor het transport zorgden.
Deze paarden hadden een prima leven en werden vaak na één seizoen weer vervangen. Het beste paard was uiteraard voor de bedrijfsleider, die het voor de dogkar spande.
In de wintermaanden was er weinig werk en moesten veel arbeiders thuisblijven.
Als er echter een schip geladen moest worden, waren ze er als de kippen bij om iets extra’s te verdienen.
foto’s: De Ruijter BV
bron “Stichting Tremele”